54 NAPOLEON IN DEN POLDEE den oudsten zoon voor hem te brengen. Deze was een niet zeer vriendelijk persoon. Op eene eenigzins onver schillige wijze plaatste hij zich voor den keizer, het welk zigtbaar dat magtige hoofd hinderde. Ondanks dit alles wilde hij zieh toch een enkel oogenblik met, hem onderhouden. Ten dien einde zeide Napoleon, dat hij vernomen had, dat hij nog ongetrouwd was, en vermits hij reeds eenige jaren begon te krijgen, welke de redenen warenwaarom hij niet huwde. Zonder aarzelen en op de ongemanierdste wijze zeide hij //omdat ik er geen zin in eè (heb)". Deze taal, welke letterlijk aan Napoleon werd overgebragt, beviel, zoo als van zelf spreektgeenzins. Hij werd daarom verzocht zieh ten spoedigste te verwijderen. Na twee uren toevens verlangde Napoleon maar weder naar eenige andere plaatsen te gaan, waar hij meende dat zijne tegenwoordigheid vereiseht werd zijnde de aan den zeedijk van de westerschelde aan gelegde batterijen, en het fort Bath. Dewijl de batte rijen niet goed met een rijtuig konden bezocht worden, steeg de keizer te paard, door drie generaals en eenige ingezetenen des eilands begeleid wordende. Doch het was niet mogelijk hem te volgendat deels aan de bekwaamheid des vorstelijken ruitersdeels aan de vlugheid van zijn paard zal toe te schrijven zijn ge weest. Hoe het ook zij, niemand kon den keizer bijhouden. Het verste dat een ruiter hem volgde, was tot bij Hoedekenskerke. Nog moet hierbij gemeld wordendat een der Napoleon begeleidende generaals, reeds op de hof-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 105