AAN ZEELAND. 57 Toch, Zeeland, gevoel ik lioe vurig Het hart voor uw bodem mij zwelt Omdat 's lands historie gedurig Me uw kloekheid en grootheid vermeldt. Omdat ge in den kampstrijd der vaderen Voor waarheid, voor recht en voor God, Niet vroegt waar de winst was te gaderen, Maar hart had voor 's vaderlands lot. Omdat, langs uw zwalpende stroomen Ook Neerland zijn vrijheid gewierd, Die nimmer ons erf wordt ontnomen Zoo lang er één golf u omzwiert. Omdat zij ons dichters moeht geven Naast dappren, zoo groot als hun naam, Wier zangen en heldendaan leven. Al harst eens de tromp van de faam. Omdat ge op uw eilanden vrinden Mij reeds van mijn knapentijd dier En herberg en werkkring deedt vinden Die zegent voor meer dan voor hier.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 108