EENE STUDIE
DE HELET DER 17°E EEUW
U I T
DOOR
Mr. G. DE JONGE.
Van de twisten, in ons vaderland voorgevallen in
reeds ver verloopene doch. nog niet vergetene tijden
zijn die niet de minst belangrijkewelke ontstonden
uit de gebrekkige inrigting van het toenmalige neder-
landsche staatswezen.
Men kent die inrigting, zoo als zij voorheen was,
centraliserend in geringe mate, voor 'tgrootste deel
decentraliserend souvereine magtin enkele punten
erkend eener vergaderingwet gevende aan den eenen
kantdoch niet zelden bekleed met de attributen der
uitvoerende magt; souvereine magt van even zoo vele
vergaderingen als het land uit gewesten bestond; on
bepaalde afbakening, onbekende, ten minste dikweri
betwistegrenzen van ieders gezagdaardoor geen
geringe verwarring't zij in de wettelijke daarstelling
't zij in het opvolgen dier aldus gestelde bepalingen;