UIT DE HELET DEK 17DE EEUW. 69 tigen staat niet te ontrusten met verdeeldheid en bur geroorlog al wraakten wij het denkbeeld nietom zich door voorzorgen in de toekomst te vrijwaren tegen mogelijke usurpatie van gezag op het behoudop het welk onze voorouders dikwerf getoond hebben fier te zijn als de leeuwdie in hun wapen het denkbeeld daarvan terug geeft. Dit alles laten wij hier echter achterwege; wij betreuren het liever, hoe weder eene gelegenheid voorbijging om eene staats-regeling te verbeterenvan zoo vele botsingen en verwarringen de aanleiding; hoe weder, scherper dan te voren, de afscheiding werd en de afzonderlijke souvereine han deling van elk gewest meer veld won; eene handeling, die toch onmogelijk het algemeene welzijn alzoo kon bevorderenals dit een vereenigd en gecentraliseerd bestuur hadde gedaan, al wenschten wij dat bestuur ook niet in de handen van eenendie blijken gaf dat de beginselen van de magt bij gratie Gods, eene zeer diepe ontwikkeling in zijn gemoed zouden heb ben kunnen verkrijgen. De dood van den prins van Oranje in november 1650maakte hieraan dan ook een einde. Ook aan uitzigten, die vermoed, doeh niet als zeker vastgesteld kunnen worden. Het vuur, dat gesmeuld hadontbrandde na zijnen dood echter in eene lichte laaije vlam. En hiermede stappen wij op het terrein der geschie denis van de laatste maanden in 1650 en de eerste in het volgende jaar.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 120