74 BENE STUDIE punten, van Hollands denkbeelden te verschillen. Men moest deze niet afkeerig makengene zoeken te win nen, en toch zoo min mogelijk den overwegenden in vloed van ééne provincie blijken latenal oefende men dien stilzwijgend uit. Cats zegt dan ook te regt, in zijn „Twee-en-tachtigjarig leven:" Ik moest op dezen stroom met grooten aandacht zeilen Want by een harde kust daar moet men dikmaals peilen; Al wie hesyden af ging treden aan de ree Die gaf zyn' swakken voet ten besten aan de zee; De winden bliesen hard en maakten groote baren, En by my was er nooit zoo holle zee bevaren Maar nog kwam ik er uitdoch door myn wysheid niet 't Was Godes Yadergnnst die my ten besten riedt. Het was voor den Nederlander van den echten stem pel vooral in die dagenbehoefteal wat hij aanving dat te doen openlijk, met het oog naar boven gewend. Verwonderen kan ons dit nieten hoezeer men tegen woordig dikwerf anders ziet gebeurenen dan vol spijt soms gewezen wordt op onze vrome en vroede vade ren diebezield van den echten vrijheidsgeesttoch daarom niet vergatenwelke magt hun dien toestand veroorzaakt had zoo vergeet men welligt te veel hoezeer hun toestand in vele opzigten eene andere washoe zeer andere elementen dikwijls in onze vergaderin gen aanwezig zijn, die de gelijkvormigheid voor allen hierin beletten. Cats had echter ware taal geschre ven, toen hij dichtte: 't Was Godes Vadergunst die my ten besten riedt. Hij had dat bewezen door het begin zijner ope-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 125