78 BENE STUDIE
'tWas took niet zeker," zeide men, „wat er van
den jongen prins worden zouwelke gezindheid hij
ten aanzien van regering en gezag zoude koeste
ren." Het argument er in aangevoerddat de
prins den staten ook kleinen dank weten zou voor
de eer hem in zijne kindschheid aangedaan en
dat hij eerder oordeelen zou, dat zij hem erfelijk
toekwam," drukt naïf genoeg de vrees uit, die zij
koesterdenom van verre slechts voedsel te geven aan
het denkbeeld, dat den stadhouders de magt en het
gezag door geboorte en wet was opgedragen. Aan
Vriesland werd tegengeworpendat het de benoe
ming wilde om zijnen eigenen stadhouder er toe be
vorderd te zien. Wat hiervan waar zij, valt moeijelijk
te beslissenmen heeft echter meer geziendat de
schijn van het algemeen belang te bevorderen de we
zenlijke bevordering van een bijzonder belang bedekt.
Hoe het zijHollandbewust eenigzins van het
overhellen der meerderheid naar zijn gevoelen, kwam
er niet meer op terugdoch omtrent de zaak zelve
werd niets beslist; en de vraag, die aanleiding gege
ven had om het al of niet zijn der stadhouders
krachtens de unie-aetete beperkenwerd in het
midden gelaten.
Zonder ons in deze quaestie te verdiepen, zij het
voldoende aan te teekenen dat de argumenten voor
en tegen voornamelijk loopen over eenige zinsneden,
in de acte van unie voorkomende. De beslissing dier
vraag toch kan alleen hiervan afhangenof de pro
vinciën als souverein bij magte waren hunne staats-