VO O RBERIGT.
Ten derde maal heb ik het genoegen, het Jaarboekje
Zeeland mijnen landgenooten aan te bieden. Weinig
heb ik daarbij te berigten. In de eerste plaats breng
ik twijnen dank aan mijne letterkundige vrienden, die
mij met- de toezending hunner bijdragen vereerden en
daardoor de lezers aan zich verpligtten. De afbeelding
van de voormalige ruine te Westenschouwen is, gelijk
in den tekst wordt gemeld, vóór het afbreken door
Mr. Moens van Bloots geschetst. Het ware,
dunkt mij, wel te wenschen, dat het niet van de
oplettendheid van eenof anderen belangstellende afhing,
of bij het te loor gaan van oude gedenkteekenen de
teekening er van bewaard werd; er behoorde overal