UIT DE HELFT DEK 17DE EEUW. 89
bij het einde harer zittingen aan de natie kon mededee-
len; welke bepalingen en besluiten zij kon aantoonen
genomen te hebben, die onmiddelijk moesten invloed
uitoefenen op den voortgang van welvaart en geluk
waarvan een volk, bij medewerkende omstandigheden,
de zorg kan verwachten van zijne vertegenwoordigers.
Hoe zeer het waar zijdat weldra die omstandighe
den niet de zoodanige werden om daartoe te kunnen
medewerken, daar oorlog van buiten en verdeeldheid
van binnen volgdenin de plaats van vrederust en
ordezoo zou het al wijt men ook te regt die
omstandigheden van binnenlandsche verdeeldheid aan
het misbruik dat gemaakt werd van eene gebrekkige
staatsinrigting te bezien staan hoe, onder de
meest gunstige omstandighedengrove gebreken in
het staatswezen niet de zelfde resultaten en de zelfde
gevolgen zouden hebben opgeleverdwelke zij nu
aanboden en voor het vervolg in rijken voorraad op
eenstapelden. Hoezeer, vooral in ons vaderland, de
geest des tijds zich niet daar henen strekteom
door middel eener verstandige' centraliserende rege
ring de tegenstrijdige belangen en dikwerf uiteen-
loopende inzigten der bijzondere besturen te vereeni
gen blijft het stellen der vraag niet ongeoorloofd
of veel verkeerdsdat slechts door den overwegen
den invloed van den een' of ander' uitstekende op
den regten weg staande gehouden en somwijlen ten
goede geleid werd, door van buiten werkende om
standigheden of veel niet van den beginne anders
en beter zou uitgevallen zijn, zoo de kracht eener