AAN MIJN VRIEND.
DOOR
P. J. VAN DER NOORDAA.
Daar reikt van den hemel een weldoende hand,
Die zielen te zamen blijft streng'len
Die bloemen der vriendschap op aard heeft geplant,
Wier zoet ze in het leven wil menglen.
Die zoetheidoze is aan den nectar gelijk
En heelende balsem in smarten
De stem van een vriend dringt welluidend en rijk
Als hemelsche taal in de harten.
De vriendschapder liefde als een zuster verwant
Als zij is een boê uit den hemel,
Een vriendlijke gids die met steunende hand
Ons leidt door het waereld-gewemel.
In 't diepste van 't hart is heur schat ons bewaard
En 't graf kan dien rijkdom niet rooven
De bloemen der vriendschap ontluiken op aard,
Maar bloeijen vol luister daar boven.