CORNELIS BOEY. 103 gevoegd, die er in. een volgenden druk (Leiden 1659 bij Joh. Elzevier) bijkwamen. Hij droeg dit Nieuwe werk der Psalmen van den Koning David aan zijne hoogheid Willem Hendrik, prins van Oranje op. Men vindt er onder anderen een loflied voor van Cats, gedicht in het 82ste jaar zijns levens en ach ter aanbehalve de gewone lofzangengebeden en 't geloof, ook een avondgebed. Tot eene proeve verstrekke Ps. xcix1 God de Heer regeert En wil zyn gê-eerd. Beeftghy volkren beeft Voor hem al wat leeft. Aerde schrikt altans Sittert voor syn glans, Die ons komt verschynen Tusschcn Cherubynen." 56) Behalve deze bundels gaf hij nog vele proeven van zijne ervarenheid in de nederduitsche poëzijdie afzon derlijk gedrukt of in verschillende werken gevlochten of er voor geplaatst zijn, en getuigen van zijn vriend schap voor en hooge ingenomenheid met het werk van de Brune 57), Hofferus 58), van Sorge 59), van de Merwede van Clootwyck 60)Wes- terbaen 61), Graswinckel 62), van de Vel de 63) Beaumont 64)Bor 65)Bont 66) en vele anderen. Ook vertaalde hij eenige stukken van Ovidius en lloratius en vervaardigde een gedicht Over 't aw-jit eener christelyke overigheid in kerke lijke zaken 67). Wat ons betreft, wij geloovenniet

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 154