AAN TEEKENIN GEN. 1) 2de druk, bl. 285 volgg. 2) Lat. Boy us. Hij schreef nu eens Boey, dan eens Boy. Hit laatste b. v. onder een gedicht op de seven psalmen van boetveerdigheyt van den heere van Clootwyck. 3) In de Nederl. Jaarboelcen 1759, bl. 354, lezen wij dat hij in den jare 1651 wegens Zeeland het ambt van advokaat fiskaal en procureur-generaal bekleed heeft. 3) Fad. Hist, deel XII, bl. 283. 4) Gedichten van Simon van Beaumont; uitgave van J. Tide man, (Utrecht 1843), bl. XLIII. 5) Sim. Bellimontii Horae succisivae etc., Hagae Co- mit. 1644, 8o. 6) Autarcheiae Bataviae sive introductio ad Medicinam indigenamLugd. Bat. 1644, 8o. 7) B. v. in zijn Schat der gezondheid en ongezondheidvóór de Heellconslede wederlegging van Montaigne; in Ancillam Amsterodamensemquae peste tribus locis affectain hortum deporlatajuveni amatoricui desponsata erat, singulis noctibus

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 157