118
BELEG VAN SLUIS.
zand gemeenschap konden hebben. Doch eer het
zóó ver was, had men ook te lande niet stil gezeten.
Ten zelfden dagewaarop de vlieboot bemagtigd
werd, was ook la Motte begonnen' de veste te lande
te naderen, en wel eerst van de zuidzijde of Bekaf;
weinige dagen lateren toen het Zwin gesloten was
ook van het westen of St. Anna.
De verhalen echter van 't geen er plaats had, zijn
onverklaarbaar en onvereenigbaar, ten ware men zich
eerst met de plaatselijke gesteldheid beter hebbe be
kend gemaakt, dan de historieschrijvers schijnen ge
weest te zijn. Trouwens zij duiden dezelfde plaatsen
met verschillende namen aanzoo dat men zich dik
werf volstrekt niet thuis weet te vinden. Eenige
plaatsbeschrijving moet dus al wederom voorafgaan.
Ik heb vroeger reeds verhaald, dat Sluis in 1565
van het grafelijk domein werd afgescheiden en aan
Brugge verkochtdat deze stad bij die gelegenheid
ook in het bezit kwam van de jurisdictie van water-
regt met Nieuwmuiden en dat zijdoor belangrijke
vergravingen, van deze een versterkt eiland had ge
maakt, dat moeijelijk te naderen was. Dit alles ge
schiedde in 't belang van den brugschen handel, voor
welken Sluis ten voormuur strekte. Op den voorgrond
staat hierbij het nieuwe havenkanaalde Versche of
Zoete geheetendat van Damme af over het geheel
gegraven werd naast de Zoute, en ook met deze, ter
hoogte van het latere St. Donaas, met een bogt naar