BELEG VAN SLUIS. Dit laatste werk meenen wij te moeten zoeken ter plaats waar men in lateren tijd het Spijt uw bak- kesvond. Van uit dit Bekaf of de St. Amaschans begon nen nu de Walen onder la Motte reeds op den 16den de loopgraven te openen naar „de groote Schans." Doch spoedig ontwaarden zijdat ze te doen hadden met een vijand, die ook niet sliep. Van uit den blaauwen torenhet meest vooruitspringende Z. W. punt van de wallenwerd Bekaf van de stads- zijde bestreken. Men bragt er dus gesehut heen en deed van daar den belegeraren merkelijke schade. De ingeslotenen waren trouwens door die eerste voor- deelen van den vijand in geenen deele ontmoedigd. Opdien zelfden 16del1 Junij toch hadden, ja wel de gebeden bij het wachtbetrekken een aanvang geno men, maar. hadden zich ook de gewapende burgers voor die wachten met de bezetting vereenigden bei der vendels wapperden van de torens. Al verder verbeterde men de ten vorigen dage in der haast geleg de schipbrug naar de groote Schanszette den toen begonnen arbeid aan nieuw Bekaf" met nadruk voortverhoogde en verzwaarde de borstweringen en maakte een begin met er ook op te werpen achter het kasteelomdat men van uit Cadzand iets vreesde en op den brugsclien dijk vóór de westpoort vermits men ook reeds langs den middeldijk naderde. Daar deze laatste werken voor alsnog den belege-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 172