13-2 BELEG VAM SLUIS. Vrouwenberg en liet Yenuskinddat de belegerden genoodzaakt werden hun geschut van daar weg te nemenen het te stellen aan de westpoorttussehen die poort en den molen." De hoofd-bewegingen waren eoliter gerigt tegen de groote Schans," hoewel men ook de kleine" niet met rust liet maar door geschut deed teisterenwaarbijkort na elkaar, eerst Broucsaults luitenant Pieter Dam- mart, en daarna diens opvolger Hans de Waal, beiden zeer geachte officieren, op den wal er van het leven verloren. Den wierp evenwel de vijand op den verdronken polder van St. Anna nog eene nieuwe batterij open beukte daarmede op den löden, van 'smorgens te 3 ure af, het ondermijnde bolwerk zóó hevigdat er te 9 ure reeds 260 scho ten oji gedaan waren, terwijl er te dien dage in het geheel tegen de stad en de forten meer dan 400 kogels werden afgezonden. De bezetting, na veel door dit schieten geleden te hebbenkreeg last om te retireren naar het nieuwe bolwerk maar dit hielp ons niet," zegt van Groenevelt," „want de vijand won dadelijk den voet van 't voorseyde ramparten maekte dien dag daer so grote bresse dat men daer meer dan 300 man in hare gelederen sou hebben konnen doen doorpasseren." Dit was evenwel nog niet alles. „De vijand," zegt hij ver der. „had dien selven dag ook twee pleyten, daer sydewanden of boorden aen warendie vrij waren voor 't schieten der musquetten, die hij vóór de bresse aen anker quam leggen; en dede een brugge

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 183