134 BELEG VAN SLUIS. hadden de overtuiging verkregen, dat „het Port" onhoudbaar was gewordenen dus zou moeten wor den prijs gegeven. Wij willen hunne gronden ter beoordeeling mede- deelen, omdat men van zekeren kant hunne krijgs- manstrouw in verdenking heeft gebragt. Zy aenmerkten het gevaerdaerin sy staeken r 1. ter oorsake van 't voordeel dat den vyand op ons hadde; 2. dewyle wy, om het fort eenigsins van alle kan- ten te besehermenalle ons volk mosten te werk stel - lenuytgenomen sekere 26 (eene seer dangereuse sake) die wy in de stad lieten 3. dat den vyand, latende met het vloeyen der zeedie daer styf op en afloopteen welgeladen schip indryven, de scheepsbruggedie wy over degeule hadden doen leggenlichtelyk konde brekenen also ons van de voorn, stad afsonderengelyk hy ook des anderen daegs met het aenvoeren van een generalen storm hadde voorgenomen te doen. 4. eyntelyk mede, dat wy mosten denken, dat wy de stadaen dewelke hondertmael meer als aen 't fort gelegen wasook mosten bewa- ren." Evenwel, men zou den vijand den minst mogelij ken buit laten, en tevens eenen naderen aanva_l af wachten. Na een betrekkelijk stillen dag, leverde de avond of nacht van den 17lien dien op. Men poogde bij verrassinglangs de bres de Schans" te bemag- tigen, doch werd daar afgeslagen. De bezetting der

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 185