BELEG VAN SLUIS. 133 kleme Schans" toefde nu niet tot dat zij werd aan gevallen maar wierp zichversterkt als zij was van uit de stad op de afgeslagenendie door la Motte zelf, thans van zijne voetwond hersteld, werden aan gevoerd doch die nu op nieuw eene wonde ontving welke hem ditmaal een arm kostte. Zij weken dus tot dat Barlotte met versche benden van pas aan gekomen Walen oprukte en de kans herstelde. De bezetting evenwel keerde niet meer naar den Tonnen- burg, waar vernield werd wat er te vernielen was. Zij rigtte zich naar de groote Schans waar het zelfde gebeurde, nadat reeds vroeger de artillerie en ammunitie waren verwijderd geworden, zoodat alleen nog brandende gebouwen bij den aftogt overbleven ten teeken voor den vijand, dat deze vernielde pos ten hun werden ingeruimd. Hij waagde het evenwel eerst met den morgen de forten in bezit te nemen en trok niet voor 's morgens d a 5 uren met vliegende vendels binnen. Men zag en ondervond evenwel al spoedig, dat men, ondanks al de inspanning en de verliezen nog verre van het hoofddoel waswant een breede stroom scheidde hen nog van de stad zelve; de vroegere schipbrug was verdwenen, en die van Sluys hebben met haer kleyn geschut so in de Schans geschotendat sy dien dach daerin niet en hebben konnen yet werken." Wij hebben hier een nieuw rustpunt, en hopen liet overige in 't vervolg mede te deelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 186