FEESTDRONKEN EN TAFELLIEDJES. 143
Omhoog dan 't glaskomvriendenschaar
Voor vriendschap gul den toon
De wierook stijg' van 't lofaltaar
A1 jublend naar haar troon
Hier blijv' haar zetel opgerigt,
Hier vloeij' haar milde bron
Hier koestere onsbij vreugde en licht
Haar zielverkwikbre zon. (lis.)
DE GOEDE GEEST.
Luid moet nog eens de feesttoon rijzén
Bij 't heffen van de disehbokaal;
Om de altijd goede geest te prijzen
Die voorzit aan ons vriendenmaal!
Ja! aan dien geest voor 'tgoede en schoone,
Zijn wij al 't vreugdgenot verpligt
Hier in wat kring hij leve of wone
Hier blijv' zijn zetel opgerigt.