FEESTDRONKEN EN TAFELLIEDJES. 143 Omhoog dan 't glaskomvriendenschaar Voor vriendschap gul den toon De wierook stijg' van 't lofaltaar A1 jublend naar haar troon Hier blijv' haar zetel opgerigt, Hier vloeij' haar milde bron Hier koestere onsbij vreugde en licht Haar zielverkwikbre zon. (lis.) DE GOEDE GEEST. Luid moet nog eens de feesttoon rijzén Bij 't heffen van de disehbokaal; Om de altijd goede geest te prijzen Die voorzit aan ons vriendenmaal! Ja! aan dien geest voor 'tgoede en schoone, Zijn wij al 't vreugdgenot verpligt Hier in wat kring hij leve of wone Hier blijv' zijn zetel opgerigt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 194