146 31AT3B.TEN THYSSEN. het jaar 1630 hadden de admiraal Lonek en de kolonel Waarde 11 burg, Olinda en het Recif van Pernambuoo in Brazilië op de Portugezen vero verd. Spanje, onder welks beheer Portugal stond, zag dit met leede oogen aan, zoo dat men aldaar in den zomer van het volgende jaar eene sterke vloot uitrustte, om ze weder te heroveren. De vloot, onder bevel van den admiraal don Antonio d'Oquendo, zette koers naar Brazilië en kwam in de Bahia de todos los Santos (Allerheiligen baai) ten ankerhier verneemt hij dat er een aantal koop vaardijschepen zijn, die gereed liggen om naar spaansche havens te stevenen; hij verandert van plan en wil die kostbare retourschepen eerst naar het vaderland geleiden, waartoe hij alles in gereed heid laat brengen. De nederlandsche scheepsmagt te Pernambuoo liggende, stond onder de bevelen van den admiraal A.°Pater, en het is daarbij dat wij Maerten Thyssen als onder-zeevoogd vermeld vinden. Naauwelijks bekomt de admiraal Pater van het voornemen van den spaansehen admiraal kennis, of hij doet 16 van zijne schepen gereed makenen daarop 8 vendels soldaten, ouder hunnen overste Engelbrecht Schutte, inschepen, en steekt daarmede op den 5^n September in zee. Op 12° 4' zuiderbreedte gekomen, zendt hij twee zijner schepen: de Arcke Noacli en het jacht Botterdam, naar Bahia om berigt van den vijand in te winnen. Terwijl deze schepen van de vloot afwezend zijn,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 197