148 MAEBIEN THYSSEN. spaansche en vijf portugesche galjoenen en twee pa- tacheste zamen gewapend met 400 metalen stuk ken en bemand met ruim 3000 koppenbehalve het krijgsvolk dat op de koopvaarders ingescheept was terwijl daarentegen de hollandsche vloot, zooalshier- voren gezegd isslechts uit zestien schepenwaar onder nog eenige jagten waren, was zamengesteld. Doch de admiraal Pater, hoewel hij ziet dat het gevecht zeer ongelijk zal zijnklampt den spaan- schen admiraal moedig aan boord. Daar dit schip 48 metalen stukken voert en zijn bevelhebber waardiglijk werd ondersteund door zijne galjoenen, raakt Pater met hem in een hevig gevecht en is weldra door zijne vijanden omringd, maar Jan Mast, schipper op het schip Walcheren, komt zijn' admiraal te hulp en verlaat hem nietmaar nu schiet een der vijan delijke galjoenen het achterschip van Pater inbrand, en hoewel alle mogelijke krachten worden ingespannen om dien te blusschenis zulks te vergeefszoo dat men verpligt is naar het voorschip te wijkenwaar de strijd bijna onafgebroken wordt voortgezet. Daneindelijk verkrijgen de vlammen de overhand, bereikende kruid kamer, en het schip springt in de luchtverreweg dc meesten der slagtoifers vinden den dood in de golven. Ook de dappere Pater, die zich eenigen tijd aan een eind touw onder het galjoen had vastgehouden in de hoop van nog te zullen worden geredmoestdoor vermoeijenis overmand, dit los laten en zonk weg in de diepte, liet vaderland verloor in hem een' wak ker zee voogd en de west-indisehe compagnie een die-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 199