MAEJJTEN THVSSEN.
153
leggenmaar ook dit misluktezoo door tegenwind
als door de Denen zeiven, die het met liunne sloepen
belettenzoo dat deze ontmoeting met den vijand ook
tot geen resultaat leidde. Yan de onzen waren het
schip Campen en twee branders door den laatsten storm
zoo beschadigddat de admiraal verpligt wasdie
naar het vaderland op te zenden.
Maerten Thyssen hield het in zee. Inmiddels
was zijne vloot, die uit 22 schepen bestondvan alles
voorzien; hij loopt daarmede op den 19den en 20ster>
augustuslangs het slot Kroonenburg door de Sont
en voorbij Kopenhagen, naar de Oostzee. Voor deze
stad schiet hij eene praammet 21 halve kartouwen
gewapendin den grond en beschadigt eenige anderen.
Omtrent de Drake komende, ontmoet hij dedeensche
vlootsterk 15 a 16 schepenraakt er mede slaags
en verovert er 3 vandaar de gelegenheid goed en
zijn doel was om in de Oostzee te zijn, loopt hij over
naar de zweedsche Scheerenwaar de koning hem niet
volgen kan; deze is verpligt, niettegenstaande zijne
sterkte tot 32 schepen geklommen wasnaar Kopen
hagen terug te keeren. In welke stemming men daar
den vorst zag terug komen, leze men in de bijlage
no. 1 hier achter.
De zweedsche vlootonder bevel van den admiraal
Blombekwam eenigen tijd daarna order om zich
met de hollandsch-zweedschedie bij Calmar lag, te
vereenigen; hierin slaagde zij naar wensch. De ver-
eenigde vloot, nu 32 zeilen sterk, liep, onder het
opperbevel van den generaal-majoor Carel Gustaaf