151
MAERÏEN THYSSEN.
Wrangel, op den 14<ten October uit Cabnar-Sont in
zeeom de Denen op te zoekendie men vernomen
had dat zich bij Bornholm en Meun ophielden. Men
vond hen echter daar nietdoch vernam eenige
dagen daarna van de uitgezondene kruisersdat de
vijandelijke vlootsterk 17 schepentusschen Laland
en Langeland lagmen stelde derwaarts koers en
zag haar bij het eiland Pemerm ten anker liggen.
De gelegenheid was niet gunstig, daarbij naderde
de nachtzoo dat de opperbevelhebber het niet
raadzaam oordeelde om de Denen aan te tasten
en de vereenigde vloot mede ten anker kwam. Den
volgenden morgen en verder den geheelen dag woei
het hardzoo dat ook toen niets tegen de
Denen kon worden ondernomen. Maar in den
nacht van den 23ste» bedaarde het weder en de
wind werd gunstig voor de vereenigde vlootzij ligtte
het anker en dwong de Denen haar voorbeeld te
volgendeze wendden alle pogingen aan om de loef
te winnen, dat hun door de mindere bezeildheid hun
ner schepen niet gelukte. De Zweden begonnen het
gevechten lagen gelijktijdig den generaalhet admi
raal- en vice-admiraalschip aan boordom die daar
door van het overige gedeelte der vloot te scheiden
waarin zij naar wensch slaagden. Na een' hevigen
strijd werden de Patientia van 49 stukkenwaarop
de generaal Prosmond het bevel voerde, en de Olden
burg van 36 stukken, gekommandeerd door denvice-
admiraal Stanislas Jasmundt, door de Zweden genomen
en de Lindwurm van 38 stukken door een zweed-