156
MAERTEN THYSSEN.
geene bijzondere verliezenvan de Iaatsten was een
schip gebleven maar het volk er van geborgen.
Deze totale nederlaag der deensehe vloot had ten
gevolgedat de vrede in het volgend jaar (1645)
tussehen de beide rijken getroffen werd. Hadden onze
ambassadeurs bij die hoven daaraan een belangrijk
deel, de gelukkige uitkomst er van had Zweden
voornamelijk te danken aan de dappere bevelhebbers
van de hulpvlootonder het bevel van haren moedi
gen admiraal Maerten Thyssen.
Zwedens koningin, Christina, wist de diensten,
door dezen vlootvoogd aan hare kroon bewezen, op
prijs te stellenreeds ruim eene maand vóór den
Iaatsten zoo beslissenden zeeslagop den 10 septem
ber 1644, werd zijnen adelbrief door haar uitgevaar
digd, waarbij hij met al zijne wettige nakomelingen
in den zweedsehen adelstand wordt ingelijfdhem
den bijnaam Ancker-helm toegevoegd, en een
wapen, zoo wel voor hem als zijne wettige nakome
lingen, geschonken. Het wapen dat hij daarbij
bekwam, bestond uit een schild met een hemels-
blaauw veld, waarop een oorlogschip onder volle zei
len en aan beide zijden vurende; het schild gedekt
door een getraliede of open helmde top omringd
van eene kroonboven welke twee kruiselings over
elkander liggende zweedsche standaard-vlaggen uitsta
ken. Op eene blaauwe rol onder het schild las men
Ancker-Helm anno 1644.
Waardig drukte Maerten Thyssen het zegel
op deze voor hem zoo eervolle onderscheiding; hij be-