BEE, VAN BOESSELENS VAN ST. MAAETENSDIJK. 1G7
Zoo heeft men t. a. p. berigt: dat de tombe ten
deele in den grond is gezakt;" doch, dat is zoo niet,
want het dekstuk ligt zuiver horizontaal, hetgeen in
het opgegeven geval niet aldus zijn zouterwijl ook
het muurtje, waarop het grafgesteente rust, niet
het minste geleden heeftmaar het wordt ook
weêrsproken door de plaatsing der gothische kapel-
lekens in de nisgesteld tochdat de tombe oor
spronkelijk meer verheven was, dan zouden immers
deze voorwerpen door haar zijn bedekt geworden en
derhalve in het geheel niet zigtbaar zijn geweest
ietswat wel niet de bedoeling des vervaardigers
kan geweest zijn.
Ook is de voorstelling aldaar onj uistals zoude
men hier zien: de tombe van Prank van Borse-
lenen het beeld van dien edelman en dat zijner
schoone gemalin." De inscriptionmeen ikleeren
het anders. Ik denk, dat Prank van Borsselen,
de liefhebbende zoonboven den grafkelder zijner
voorvaderen (want denkelijk zullen de vroegere van
Borsselens van St.. Maartensdijk ook hier be
graven liggendit monument heeft doen vervaardigen
voor zijne ouders, Ploris van Borsselen en Oda
van Bautersem, en dat de beelden genoemde per
sonen moeten aanduiden. Overigens weet men 2)
dat in dezen grafkelder ook grootendeels het stoffe
lijk overschot rust van Prank van Borsselen, zelf
(niet dat van vrouw Jaooba, die in de hofkapel te
's Hage is ter aarde besteld)ik zeg grooten
deels want naar de gewoonte dier tijdenzijn het