IG8 IETS OVEB, DE GE.APÏOMBE hart en het ingewand van den beroemden man bij gezet voor het hoog-altaar in de Maarlandsche kerk te Brielle 3)eene stad zeer door hem geliefd waar hij den laatsten tijd zijns levens meestal doorbragt en op vorstelijken voet leefde. Voorts mag men ten aanzien van den deerlijk verminkten toestand der beelden gissen, dat moedwil en baldadigheid hieraan niet vreemd zullen zijn geweestindien al de laatste dagen der voorgaande eeuwzoo noodlottig voor historische gedenkteekenendeze beelden ongeschon den lieten (hetgeen echter naauwelijks denkbaar is naardien destijds de koperen schilden en platen uit de grafzerken der dekens en kanunniken van St. Maar tensdijk zijn uitgehakt)dan zullen zij waarschijnlijk niet onaangerand gebleven zijn bij het woeste beelden- brekenhetwelk hier plaats vondniet in het be ruchte jaar 1566, maar in het beroemde jaar 1572. Ik zeide ookdat de inschriften der graftombe eenig historisch belang hebben; zij geven toch het regte sterfjaar aan van Kloris van Borselen van St. Maartensdijk, hetwelk niet juist schijnt bekend geweest te zijn 4). Immers in het lieve werkje van den heer J. ab Utrecht Dresselhuis, Geschen Oudh. Wandel, door Walcheren, bi. 103) leest men: dat hertog Philips van Bourgondië de stad Vlis- singen in 1426 verpandde aan zijnen Rentmeester van beoostenscheldeFloris van Borsselen van St. Maar tensdijk maar deze was destijds reeds overleden indien het met de inscriptie rigtig iswat mij toe schijnt bevestigd te worden door het handelend op-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 219