TWEE GOESENAREN.
185
wijden. Jasper was no. 127 in de sociëteit en kon
dus met regt onder de eerste volgelingen van Loyola
gerangschikt worden. Als eene proeve van de ge
zindheden, waarmede hij in de orde tradwordt het
navolgende gezegde van hem verhaaldIk ben niet
in de orde getreden om gediend te worden, maar
om te dienenniet om genoegensmaar om den ge-
kruisten Christus te zoeken en Hem te volgen in
heilige armoedekuischheid en gehoorzaamheidzoo
als ik reeds beloofd heb. Daarom verltlare ik mij be
reid en geef mij geheel en voor altijd in handen der
vaders over, als medehelper, kok, spijsmeester, huis
bezorger en knecht om hunne brieven en andere beve
len te water en te land over te brengenwaar henen
zij mij ook zendennaar ChristenenSaracenenTur
ken of Heidenen. Ik wijd mij ten dienste van den
minste in onze orde van melaatsehenpestzieken
aan de kanker lijdenden en van wie er aan besmet
tende ziekten in de ziekenhuizen liggen. Ik ben
bereid tot alle reizen in de verste landen, in Indie,
Abyssynië en elders ik wil gaan in een gelapt en
gescheurd kleedhonger en dorstkoude en hitte
sneeuw en regen verduren en alle mogelijke armoede
lijden, zoo als de eerwaarde vaders of ieder ander
in hunnen naam mij opleggen zullen."
Blijkt hieruit dat hij zich geheel lijdelijk had over
gegeven aan de ordedie zoodanige gehoorzaamheid
eischtwij vallen hem daarom niet hardmaar ge-
loovendat niets anders hem daarbij bestuurdedan
het verlangen om een dienstknecht van Christus