186 TWEE GOESENABEN.
te zijnDien hij door zoodanige gehoorzaamheid wel-
behagelijk meende te wezen. Hij toonde ook met
de daaddat niets hem te veel wasen moest hij
omdat hijniet ver gevorderd in wetenschapver
beneden anderen stondmet allerlei min aangename
verrigtingen zich bezig houden, hij deinsde daarom
niet terug. De nederigste bedieningen werden van
hem gevergd, omdat hij ongeschikt was voor edeler
bezigheden. Meestal was hij in de keuken of eetzaal
bezig, en langen tijd moest hij als kleedermaker
werkzaam zijnterwijl hij onder al deze verrigtingen
den grond zocht te leggen tot zijne latere geestelijke
werkzaamheid.
Eens wierp Jasper zich aan de voeten van pater
Simon, en openbaarde hem, dat hij door eene
zware verzoeking van den duivel geplaagd werd,
die hem aanporde om naar het predikambt te staan.
De aanwezigen barstten in lagchen uitomdat Jasper,
een zoo ongevormd mandie daarenboven onerva
ren was in de portugesche taal, door zulk eene
verzoeking werd geplaagd. Simon oordeelde, dat
het beste geneesmiddel was, om hem terstond te
laten predikenen wel over zoodanig onderwerp
als hij goedvond. Hij deed dit dan ook, maar het
viel zoo slecht uitdat niemand het zelfs dragelijk
vondzijne onbekendheid met de taal deed hem ha
peren terwijl zijne spraak en zijne ligehaamshouding
zoodanig warendat men zelfs meendehij zou
nimmer eenige vordering kunnen maken. Simon
vroeg hem wat hij van zich zeiven dacht, waar-