TWEE GOESENAREN.
195
kers optreden, wier voorstelling der waarheid ver
beneden hare waardigheid isen die toch eene groote
schare trekken en eene soms verbazende uitwerking
bij de menigte te weeg brengen.
Als krachtigschoon dan ook vreemdsoortig pre
diker, staat Smytegelt nog heden ten dage bekend.
Hem was het voorregt beschorenom onder minder
bezwaren zijn dienstwerk te verrigtenmaar de een
parige getuigenis zijner tijdgenooten zegt ons, dat
hij desniettemin door grooten ijver zich onder
scheiden heeft. In April 1689 was hij te Borsselen
in dienst getreden, maar, driejaren daarna, werd
hij reeds naar zijne geboortestad beroepen, waar
hij eenen zeldzamen bijval vondzoo zelfsdat
sommige godsdienstigen zeiden, dat de oude tijd van
Witsius teruggekeerd scheen te zijn. Ook hier
bleef hij slechts drie jaren, toen hij als opvolger
van Thilenus naar Middelburg vertrok. Daar zijnde
werd hij tweemalen te Rotterdam en eens te Utrecht
beroepener ging zelfs sprake, dat men hem in
Engeland om zijne predikgaven begeerde, maar de
achting en liefde der middelburgsche gemeente voor
hem was zoo grootdat de kerkelijke gecommitteer
den van Rotterdamziende 't gedrang des volks en
het gejammer der gemeenterondborstig moesten
erkennendie man kan daar niet van daan." Hij hield
vol, ook nadat eene pijnlijke kwaal hem had aan
getast en het prediken hem hoogst moeijelijk viel.
Hij verflaauwde even weinig, toen in de gemeente
sommigen duidelijk toonden, dat zij hem niet wel