TWEE GOESENAKEN. 207 goede van den ouden tijd niet miskennenaan de andere zijde het nieuwere niet waanwijs verwerpen. En is het zeker, dat zoo welBarse als Smytegelt zieh verdienstelijk hebben gemaaktom den zegen des Christendoms te verbreidenwij wenschen dat men in onze dagen daaruit leere, hoe de hemelsche wijs heid zich van velerleiin ons oog soms strijdige midde len bedientom hare oogmerken te bereikenen als boven de graven van den Jesuit en van den kerkelijk regtzinnigen hervormde herinneren wij onser is hier beneden wel groot verschil van begrippen, van gaven en van roeping, maar één hemel is der geloovigen vaderland. Goes, 1 Nov. 185S.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 258