213 MAKIA VAN REIGERSBERGEN.
de Groot, met wien hij zoo naauw bevriend was,
bewezen heeft.
De roem van dezen manhet wonder zijner eeuw
en buiten kijf de grootste uit onze letterkundige
geschiedenis, had zieh reeds vroeg verspreid, en was
ook doorgedrongen tot het huisvertrek, waar de jeug
dige Maria zieh in huiselijke bezigheden ontwikkelde
tot die voortreffelijkegemoedelijke zorgvuldige huis
moeder, die wij later in haar opmerken. De maagd
gevoelde eerbiedige hoogachting voor den jongen man,
wiens buitengewone begaafdheden hem reeds tot aan
zienlijke betrekkingen hadden geroepen op eenen leef
tijd, wanneer anderen er zieh eerst toe voorbereiden.
En toen de Groot, destijds vijfentwintig jaren
oud, maar reeds bekleed met het ambt van advokaat-
fiskaal van Holland, Zeeland en Westfriesland, haar
zijne hand bood, trad zij den 2 julij 1608, nog geen
negentien jaren oud, met hem in het huwelijk.
Nooit was een echt gelukkiger. Was de Groot
door openbare betrekkingen dikwijls verwijderd van
den huiselijken kringwaarin hij zieh zoo gaarne be
woog, zijne voortreffelijke gade wist hem als het
hoofd van staatszorg moede was, te ontspannen door
geestigheid, te versterken door kloekheid, te bemoe
digen door teedere liefde. Ontbrak het hem aan tijd
en gelegenheid tot het bezorgen van zijne huiselijke
belangen, ja was de Groot minder geschikt zelfs
voor huiselijke zorgen, Maria van Reigers
bergen was niet alleen in staat om als eenekloeke,
echt hollandsche huismoeder het bestuur op zich te