218 MARIA. VAN REIGERSBERGEN. zij niet zou behoeven te koopen door hem in zijne ge vangenis te vergezellenen met wien zij niet zoude behoeven te zwerven van het eene land naar het andere." Nog eene dochter hadden zij, Cornelia, die in Erankrijk en met een Eranschman den vi- comte de Mombas huwde. Verder drie zonen: Cornelis, Pieter en Dirk. Als jongens maakten zij het hunne moeder niet gemakkelijk, al is het dan ook waar, dat zij wel eens te toegevend was omtrent hare kinderen. Pieter opdat ik een woord zegge van hunne lotgevallen wijdde zich aan de staat kundige loopbaan, en diende zijn vaderland in ver schillende betrekkingen en gezantschappentotdat hij, wegens staatkundig misdrijf beschuldigd, maar vrijgesproken, in zeventigjarigen ouderdom overleed. Cornelis en Dirk traden in vreemde krijgsdienst; de eerste in franschede andere in duitschein een bosch, niet ver van Maagdenburg, werden zij door eenen ontrouwen kamerdienaar verraderlijk aangevallen Dirk liet er het leven, terwijl Cornelis het ont kwam, die later ongehuwd stierf. Dat hun vader, de onvolprezen Hugo, te Rostok in 1645 overleedis bekend. Maria ontving deze hartverscheurende tijding te Aken, waar zij zich tot herstel harer gezondheid met hare dochter bevond. Niet lang daarna zette zij zich te Delft neder, waar zij nog acht jaren in stille godsvrucht leefde, totdat de dood den 19 April 1653 een leven eindigdedat eene aaneenschakeling was geweest van onrustreizen kommer en beproeving van allerlei aard. Eenen on-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 269