EN STRAATVEKLICHTING. 229 eerst de hervorming de nederlandsehe steden van deze plaag voor goed verlostdoch hunne geheugenis is in onze taal overgebleven. Kiliaan heeft nog in zijn woordenboek het woord Strnetsmbn13) en van Hasselt herinnert hierbij aan het fransche spreekwoord: „De porte en porte comme les pour- peaux de Saint-Antoine." III. Op het natuurlijkste en noodzakelijkste is men, gelijk het meer gaat, het laatst bedacht geweest. Lantaarnen waren er van de vroegste eeuwen bekend. De Grieken en Romeinen gebruikten die in hunne huizen, in de graven hunner afgestorvenen en om er zich 's nachts op straat mede te doen voorlichten. In de kunst om die te vervaardigen, werden zij van lieverlede uitgezochte meesters. Zij hadden voor hunne grafsteden kunstlampendiezeide meneeuwig durend brandden. Laat ons dit in een gezonden zin nemen: altijd is het zeker, dat zij lampen hadden diezonder menschelijke hulp al zeer lang brandende bleven. Maar om iets dergelijks op eene geregelde straatverlichting gedurende den nacht toe te passen. avec les moines, et il resta convenu, que les cochons du monastère se vautreraient impunément dans la boue des rues, pourvu qu'ils eussent une cloche au cou. Inventions et Decouvertes p. 30. (maar de geheele plaats is ontleend aan het groote werk van Beckmann, Bcytraje z. Gcschichlc der Erfindungen. Leipz. 1786-1801, 5 th. 80.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 280