EN STRAAT VERLICHTING. 231 werd door de parijsche policie een bevel uitgevaar digd, om de schouwburgen 's winters ten half vijf te doen uitgaan, ten einde ieder gelegenheid te geven nog voor den donker te huis te kunnen zijn. Het was slechts in 1667, dat de verlichting te Parijs op eenen geregelden voet werd gebragtdoor den lui tenant der policie de la Reynie, die op het einde en in het midden van elke straat een lantaarn deed plaatsen. Daar deze lantarens weder slechts van kaarsen waren voorzienkonden zij niet veel helder heid aanbrengen. Eerst na 1745toen de Reverbères uitgevonden werden, kwam daarin eene gewenschte verandering. Dit geschiedde te Parijs in 1766. Van al de belgische steden schijnt Brussel het eerst op openbaar gezag, en wel met olie-lampen, te zijn verlicht geworden. Dit geschiedde in 1703, en het ontsteken van 1000 lantaarnen, 7 maanden lang, werd publiek aangenomen voor 4300. Intusschen schijnt dit niet lang geduurd te hebben, en men weder tot het systema van gedwongene ver lichting teruggekeerd te zijn. Althans in dien geest werd in 1755 eene ordonnantie vervat, die, meer dan eens vernieuwd, echter nog tot de invasie der Eran- schen toe in werking gebleven is. 15) Ook hier te lande was het nog in de schatrijke XVIIie eeuw de gewoonteom zich veiligheidshalve met een lantaarn of fakkel naar huis te doen gelei den. Natuurlijk! want hoe ongelooflijk het in den eersten opslag moge voorkomen, straatverlichting, die dien naam verdiende, was er niet. Hier en daar

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 282