232
VROEGERE BESTRATING
in de voornaamste straten eenige weinige kaarsen,
die nog ongeregeld aangestoken werden en geen
noemenswaardig licht gaven, en voorts gedwongene
verlichtingbijv. door kroeghouders voor hunne
deuren. Te Amsterdam werd zelfs verboden om na het
luiden der Boeveklolc ('s av. 9 u.) zonder lantaarn op
straat te komen. Het duurde daar tot 1668, toen
de beroemde uitvinder der slangbrandspruitenJan
van der Heyden, ook een model voor lantaarns
voorsloeg, waarin men raap-olie zou branden, met
bijvoeging, bij vriezend weder, van een weinig lijn
olie. Dit werd in 1669 te Amsterdam bewerkstel
ligd 16) en 's Gravenhage volgde in 1678 dit
voorbeeld. 17)
Te Middelburg zag het er langen tijd niet beter
uit. In de stads rekeningen vindt men nog tot 1585
en misschien wel later, het luiden der ruym-cloclce
verantwoord, bijv.
1573. Betaald Andries Jacobs, klokluider,
van alle avonden ruymstrate geluid te hebben.
1584. Betaald Ad"- Bevelander, over dat hij
met zijn medehulpers de ruymstrate geluid heeft den
tijd van elf maanden.
1585. Betaald Ad"- Bevelander, voor het luy-
den der kloeke van negen, genaamd de ruymstrate.
Denzelven voor het luyden van de ruymclocke over
een geheel jaar, verschenen junij 1585. 18)
Van onkosten voor het branden van lantarens
vindt men in onze stads rekeningen geen enkel spoor
vóór den jare 1635 Onbegrijpelijk alweder in eene