246 ESANSCHE MIE. moeijelijk viel, had haar gebroken zeeuwsch misschien nog iets aanlokkelijks te meer. Bovendien bezat zij twee eigenschappendie haar diep in de gunst van hare geburinnen wikkelden zij was kraakzindelijk en zedig. Vroeg was zij bij de hand en altijd even netjes op lijf en winkel, en met wien zij ook schert ste of praatte, niemand die een' natten vinger op „Bransche Mie" dezen bijnaam kreeg zij al spoedig kon leggen. En als men er nu bijvoegt, dat zij met eene groote behendigheid van tijd tot tijd zoo vele en zoo weinige bijzonderheden van Parijs en van hare eigene lotgevallen wist ten beste te geven en terug te houden, als de buurt in eene betamelijke nieuwsgierigheid kon houden door die van tijd tot tijd droppelsgewijs te bevredigen als men nog weet, dat de kinderen die medekwamen als bij Eransche Mie iets gekocht werd, altijd een spekjeof zoo iets kregen en de meiden uit de buurtals 't 's morgens koud was wanneer zij met de theestoof voor 't ontbijt om een ketel kokend wa der en een kooltje kwamen, alligt van de vriendelijke vrouw een warm bakje koffij toe bekwamen dan zal men zich den opgang van de nieuwe affaire ge makkelijk kunnen begrijpen. Marie zelve schikte zich uitnemend in hare omstandigheden ofschoon zij 't niet ontveinsdedat de rouw over man en broeder haargelijk de buurt zich uitdruktedieper dan in de koude kleederen was gaan zitten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 297