250 FRANSCHE MIE. Charlotte! goede geest voor Frankrijk! Gij hebt de aarde van een monster willen bevrijden, en in plaats van u in triomf door de straten van Parijs als de weldoenster des vaderlands te voerenslnit men u op in de gevangenis en de guillotine zal uw deel zijn!" Terwijl hij alzoo nog sprak tot zijne vrouw, werd er aan de deur getikten drie mannenwier driekleurig lint hen als handlangers van het schrikbewind deed kennen, traden op Pierre toe. „Gij zijt mijn arrestant!" zeide de een met eene scherpe krijsehende stem. Wat heb ik misdaan?" vroeg Pierre vast, alsof men in die dagen rekenschap gaf aan de slagt offere die men naar de slagtbank voerde! Ditmaal echter scheen de man des bloeds zich te verwaardigen antwoord te geven. Althans hij hernam Men heeft u dezen morgen in gesprek gezien met Marie Anne Charlotte Corday d'Ar- mand, want zoo noemt zich de deern, die heden den burger Marat verraderlijk in het bad heeft vermoord. Gij zijt een van hare medepligtigen. Volg mijver rader der republiek!" „Burgers, antwoordde la Saume met vaste stem, ik sprak het meisje eenige oogenblikken op straat; zij is mijne stadgenoote; wij herkenden elkan der, en ik zweer u bij den Almagtige, dat ik geen woord van haar opzet wist." Almagtigezeide spottend de ander, Almag tige wie is almagtig dan de eéne en ondeelbare

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 301