252
FRANSCHE MIE.
eeuwigen haat aan de revolutie, die haar zoo grenzen-
loos ongelukkig had gemaakt; slechts eenige uren
waren noodig om hare kleine bezitting te gelde te
maken, en reeds de tweede morgen vond haar op weg
naar de Oostenrijksche Nederlanden, die zij zoo
spoedig mogelijk doortrokten einde zich te voegen
bij haren broeder, die, zoo als hij nog ten vorigen
jare geschreven had, zich na velerlei omzwervingen
te Middelburg in de vereenigde provinciën had ne
dergezet en daar als parapluiemaker een burger bestaan
moest hebben. Maria Yignol want de lezer
heeft haar zeker reeds lang herkend reisde eene
bittere teleurstelling te gemoet; wij weten het reeds,
haar broeder was overleden, en zoo stond zij als eene
vreemde, zonder uitzigt, zonder iets, te Middelburg.
Maar hare kloekheid van geest en haar vertrouwen
op hooger bijstand verlieten haar niet; spoedig wist
zij zich naar de omstandigheden te schikkenen 't is
reeds verhaald, hoe goed zij in de hoofdstad van
Zeeland teregt kwam.
Anderhalf jaar later vinden wij de omwentelings
koorts ook tot ons vaderland overgeslagen. Oud waren
de partijschappen, die kanker van gemeenebestenen
het woelen der bestrijders met de voorstanders van
eene stadhouderlijke regering, of eigenlijk tussehen de
vrienden en vijanden van Oranje, waren bijna zoo oud
als de republiek zelve. Zij die de verheffing van
prins Willem Y tot de waardigheden zijner voorva-