FRANSCHE MIE.
253
deren met leede oogen hadden aanschouwd, zagen in
de fransche staatsomwenteling het morgenrood ook
van hetgeen zij voor Nederland als vrijheid verwachtten.
Die nog weerhouden waren door de regtmatige vrees
van in handen des schrikbewinds te vallen, kwamen
er na den val van Robespierre openlijker voor
uitdat zij den voorspoed der fransche wapenen
in 1794 luide toejuichten. De Oostenrijksche Neder
landen zagen de driekleurige oproervaan wapperen. De
Eranschen rukten voort en stonden in eene breede
lijn van Sluis tot 's Hertogenboschgereed om de
zegeningen van vrijheidgelijkheid en broederschap
op de puilt hunner bajonetten aan het verdrukte
Nederland te brengen. Een vroege en gestrenge win
ter legde hun eene brug over onze rivieren, èn in
januarij 1795 vlugtte het stadhouderlijk gezin in een
visscherspink naar Engeland.
Nu staken de omwentelingsgezinden overal het
hoofd op, en eer de maand ten einde was, ontbrak
slechts Zeeland nog aan de veroveringen der grande
nation, die onophoudelijk nieuwe berooide citoyens
zond, om die hier op kosten van Nederland van
eene voegzame kleeding te laten voorzien. Zeelands
verdediging tegen het fransche leger werd insgelijks
door de vorst belemmerdzoo niet beleten den
staten van dit gewest schoot niets over, dan de weg
der onderhandelingdie met zoo veel beleid werd in
geslagen en vervolgd, dat de voorwaarden, waarop
met den franschen generaal Miehaud werd geka-
pituleerd, te Parijs zelfs als vernederend werden op-