4 DE OORSPRONG EN OPKOMST gereen vlaamsch of zeeuwsch didolf, zijn veranderd eerst in een engelsch graver," later, om het nog fraaijer te maken, in zekeren Lambert, geboren in Engeland en grafdelver van zijn ambacht Alzoo is de grondvesting van Sluis gemaakt tot eene engelsche doodgravers speculatie" uit vorige eeu wen, en wel tot eene zeer wel gelukte; want, gelooven wij alles wat aangeteekend of gedrukt staat, dan zijn er vele jaren geweest waarin te Sluis meer menschen stierven dan er thans leven; ja zelfs jaren waarin de sterfte meer dan het tienvoud der tegenwoordige be volking grafwaarts sleepte, gelijk het jaar 1493, toen een pestkwaal alleen er 23000 ten grave bragt, en den doodgravers meer dan de handen vol werks gaf. En terwijl de een verhaalt dat Willem van Yperen reeds in 1127 Sluis innam, zijn er anderen die volhouden, dat de grond, waarop de stad ligt, niet vóór het jaar 1282 ter bedijking werd uitgegeven Wat is hier waarheid Ik zal trachten dit op goede gronden aan te toonenen hoop daarbij tevens in eene eenvoudige proeve te doen zien hoe weinig staat men bij dergelijke voorstellingen kan maken op hetgeen de voorgangers tot hiertoe geleverd hebben. Het zal wel eens den schijn hebben als dwaalde ik van den tekst af, doch ik vertrouwdat bij het einde zal blijkendat dit meer schijn dan waarheid was omdat wij hier tot vóór 1127 moeten opklimmen, indien wij de waarheid vinden zullen. Jani^on, Rep. d. Vereen. Nederl. D. IV, blz. 35.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 53