6 DE OOÜSPKOKG EN OPKOMST te hebben gezetenwant hij leefde nog minstens tot 1095, en zijn zoon Robert, die reeds in 1089 mede zegelde, komt ook eerst in 1101 voor als zelf kastelein zijnde. Met dezen Erembald willen wij aanvangen. De kronijksehrijvers hebben leelijlce dingen van hem geboekt. Hij wasnaar hun zeggenafkomstig uit het land van Yeurne, maar geboren uit geringe lie den of was zijn vader al van eenigen hoogeren standzijne moeder was eene lijfeigene en hij dien ten gevolge een bastaard! Hij werd evenwel onder scheiden door Bauldran, kastelein van Bruggeen door dezen verkozen tot zijn famulus of schildknaap, in welke betrekking hij eerst met des kasteleins echtge noot Deda eene overspelige gemeenschap aanknoop te en later, op hare aansporinguit vreeze voor de gevolgen, zijn' heer in een donkeren nacht op een' der stroomen deed verdrinken. Nu werd Deda geheel de zijne, en deze weduwe bragt hem met hare hand ook de waardigheid van kastelein als huwelijksgoed! Er is hierin wat ongeloofelijk luidt, vermits Erem bald reeds in 1067 zegelde als kasteleinte gelijk met graaf Boudewijn van Rijssel, aan. wiens hof hij verkeerde. Het laat zich bezwaarlijk geloovendat zoo iets onder diens regering ongestraft zou zijn voorbij gezien. Daarenboven was Erembalds huis meer dan eene halve eeuw in hooge eere en bezat het grooten invloed. Kort na zijn afsterven vinden wij nog twee van zijne zonen in de aanzienlijkste betrek kingen voor den pagus Robert, die zoo als gezegd is, reeds in 1089 mede zegelde en in 1101 kastelein

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 55