10
DB OORSPRONG EN OPKOMST
die vroegere tijden veel meer water door liet. Achter
die slnis vond men nu in de laatste eeuwen wel de
achterhaven, die doorschoot tot aan de Dulvetoren of
Yerlorenkostmaar gegraven in plaats der aloude riole
die er vroeger gevonden weid, en welker loop men
in de stad nog wel zal weten aan te wijzenvermits
zij de scheiding vormde tusschen de oost- en zuid
keuren. Men vergete hierbij evenwel nietdat dit was
vóór en in de 144e eeuw, en dat toen het woord
riole iets anders aanduidde, dan het tegenwoordige:
riool. Biolo is de verkleining van no, gelijk rirjula
en rivula van rims. Het wijst alzoo op een stroo-
mend of afloopend waterje, een' fluens, vliet, vaart
of watergangdie van Aardenburg door Bewestereede
naar het Zwin leidde. Houden we nu in het oog,
dat men reeds in de 94" eeuw, in depagus roda-
nensiseene fluviola absentia (eene beek of vliet)
aantreft (vg. aant. 1), en dat erin 1243, op magti-
ging van graaf Thomas en ter verlenging der Bede
een waterloop gegraven werd van Aardenburg naar
Slependamme, dan liggen heer Lambert van Ro-
danburg, en de Lamminsvlietzoo deze op zijn
last werd gegraven, juist in het midden, en komen
wij tot het ongezochte besluit, dat de Lamminsvliet
zal zijn geweest de eerste verlenging van genoemd
riviertje van Aardenburg af, om te dienen als uitwa-
terings-kanaal enz. voor de Heedenessen in het alge
meen, en van de moergronden in het bijzonder. Tevens
worden ons dan de straks aangevoerde beschuldigingen
tegen heer Lambert duidelijker, en vatten we iets