DER STAD SLUIS. 15 hof, die evenwel weigerde hem te woord te staan, omdat hij door zijn huwelijk met eene van bezoe delden adel, ook zijnen eigenen adel had bevlekt." Hooge woorden vielen hier overzelfs in tegenwoor digheid van den graaf, en het liep uit op een geding, dat op een bepaalden dag te Cassel zou worden uit gemaakt. Die dag brak aan en ook de proost ver scheen maar aan het hoofd van zijne aanverwanten en afhangelingende kronijken zeggeneene wel- geordende bende van wel 500 mannendie meer het voorkomen hadden van eene zaak feitelijk te willen afdoen dan zieh aan eene regtspraak te wil- len onderwerpen." Graaf Karei verdaagde des wege de behandeling der zaak tot den dingdag te St. Omerverbood aan partijen alleswat aanleiding zou kunnen geven tot botsing, en vertrok. Te St. Omer werd eindelijk uitspraak gedaan. De echtge- noot van 's proosten nicht zou den adeldom zijner gade mogen bewijzen door beëedigde verklaringen van 12 bekende en erkende edelen!" Deze uitspraak bragt den toorn van proost Ber- tulf tot het uiterste. „Zijne nicht", van het geslacht van den kastelein van Bruggeen van hem erfelijk kanselier van Vlaanderen, zou haren adel moeten be wijzen. Dit was eene beleediging die om wraak schreeuwdeEr werd eene bijeenkomst bepaald van de voornaamste leden der familie. Zij werd ge houden te Reningen, (tusschen Yperen en Poperin- gen, doch op het gebied van Veurne)vermoedelijk het stamhuis van Erembald. Het was destijds in

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 64