DER STAD SLUIS. 21 III. Vestigt nu eens, geëerde lezers het oog op eene grondkaart van Sluis, en ziet wat deze u aanbiedt. Wij hebben reeds opgemerkt dat de westelijke zee dijk" van Bewestereedepolderwaarin de eeuwenoude sluis ligtde stad in hare volle lengte doorsnijdtals BrugschestraatZuiddijk enz. Die dijk heeft het merkwaardige, dat hij tevens de grens was van het oude Lamminsvliet." Wat er ten oosten van stond in den polder, behoorde er niet toemaar wasonder de namen van Oost- en Zuidkeure, aan het Brugsche vrije ondergeschikt, en er eerst in 1389 en 1390 mede vereenigd. Wat er ten westen van lag vormde Lamminsvliet. Maar ziet nu ook eenswat dit laatste" u aanbiedt. Van de westpoort af ontwaart gij een tweeden dijk", op de schorren aangelegdbijna evenwijdig loopende met den eerstenvormende van de westbatterij af tot aan de binnenhaven den lateren walen over de haven voort gaande langs de hoogstraat. Wat aan weerskanten van de haven tusschen deze beide dijken ligt, is het oudste gedeelte van Lamminsvliet. Men vindt er ook het stadhuis en vond er vroeger almede de Sint Janskerk, die ook reeds in het begin der llde eeuw voorkomt. Alles dus juist zóó als wij het verwach ten mogen, wanneer van Yperen voor grondvester van Lamminsvliet wordt gehouden. Hiermede stemt nu ook al het overige treffend over een. Wij vinden wel gedurende de 12de eeuw nergens gewag gemaakt van de Lammensgoederen," maar

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 70