DE OORSPRONG EN OPKOMST
Gezamenlijk voegen zij er bijdat vele Hollanders en
Zeeuwen hiervan partij hebben getrokken, Damme
gesticht; en dat die fossores Hollandi" den bij
naam hebben verkregen van didolphen, (dijkdelvers,
dijkers). Ja Reygersberch, de Zeeuw, voegt er bij,
dat zij ook werkelijk „veel lands bedijekt en bepol-
dert hebben als Oesburoh en meer andere stedekens
en dorpen."
Zouden nu diein het dijkersvak zoo bekwame
mannen, van Yperens nederzetting aan de Lam
minsvliet en het gewigt van die plaatshebben kunnen
voorbij zien P Was zij niet bij uitnemendheid gelegen
voor eene dijkwerkersbuurt Wij schrijven dan
daarom de herstelling en uitbreiding van Lamminsvliet
met eenige overtuiging toe, niet aan een engelsch
graver maar aan een vennootschap van zeeuwsche
didolphenaan wie de graaf van den beginne af eenige
vrijheden had toegekend, en die dien ten gevolge
later als zijne mannen van Lamminsvliet bekend en
vernoemd werden."
In de eerste helft der 13de eeuw nam de verlanding
overal toe. De sincfala werd meer en meer onbruik
baar. Aardenburg werd verpligt eene nieuwe haven
aan te leggen in 1243. De Moer werd meer en meer
bevolkt en van eene eigene schepensbank voorzien
en ten gevolge van dit alles was ook de stelling van
Lamminsvliet gunstiger geworden. Het lag op een
in zee vooruitstekend punttusschen tweedestijds
de voornaamstehavensnamelijk die van Brugge en
die van Rod&nburghad eene zeer goede reedeen