DER STAD SLUIS. 25 was in het bezit van eenige vrijheden. Kan het wel bevreemden, dat men ook aan de binnenzijde des dijks bij de sluis aan weerskanten van de vlietwas begin nen te bouwen? Wij vinden ook werkelijk aldaar al vroeg eene zoo sterke bevolking, dat zij een eigen heiligdom behoef de 8)dat dan ook werd opgetrokken op grondendei- Lieve vrouwekerk te Aardenburg aankomende, bene vens een H. Geesthuis (het armhuis, later gasthuis, thans kazernemet ruime erve enz. Wanneer zij gesticht zijn geworden is nog onbekendmaar de kerk heette de Moerkerk tusschen de havensin onderscheiding van eene andere Moerkerk, in Aarden burger ambacht, achter Lapschuur, bij Damme te vinden. Onder die omstandigheden moest er met Lammins- vliet iets gebeurenhet punt was van gewigt. Het beheersehte in zekeren zin beide havensen was daar enboven eene pars exclusa" gebleven van de rondom gelegene bezittingenvermits de graven zelve er meester van wilden blijven. Toen dus de Moer van Aardenburg"- een eigen schepensbanlc verkreegdien de Lamminsvliet er ook een te hebben. Gravin Margaretha gaf die dan ook aan hare mannen" te dier plaatse, en droeg die opkomende heerlijkheid tevens op aan haren kleinzoon Jan van Hamen, als gevolg van zijn leen Wijnendale. Zijn vader Guy vermeerderde die gift, door bijvoeging van eene me nigte in dien omtrek bedijkbare schorrendie in het door Kluit bewaarde charter van April 1282 worden

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 74