30 DE TOKEN VAN WESTENSCHOUWEN. visscherij was er bloeijende, en er voeren meer haring buizen af, dan van eenige haven van Walcheren; de heuden, koggen en hulken, waarmede deze handel en visscherij gedreven werdwerden daar ter plaatse ge bouwd en uitgerust. Reigersbergh geeft op, dat Westenschouwen destijds wel acht-en-twintig Rijn- sehen-wijnherbergen teldewaaruit men kan opmaken hoe zeer deze plaats door een groot aantal vreemdelin gen bezocht werd. Dat Westenschouwen reeds in 1438 eene plaats van eenig gewigt was, kan daaruit blijken, dat, toen in dat jaar eenige ingezetenen van Antwerpen, uit Hamburg en de Oostzee komende, in den oorlog van Holland en Zeeland met de oosterlingendoor die van Westenschouwen schade was toegebragtde regering van Antwerpen met Zierikzee en Westenschouwen deswegens eene overeenkomst sloot (3). Destijds had men er de vaart tot Spanje en Portugal uitgebreid 'twelk toen iets ongemeens was. In 1473 verleende hertog Karei van Bourgondië aan die van Westenschouwen een octrooi tot vermeer dering hunner weekmarkten, als ook van allen koop handel, en vergunde hun een zegel te doen vervaar digen om daarmede te bevestigen het geen tot hunnen handel konde vereischt wordenterwijl in dat zelfde jaar de engelsche koning Eduard IV, die den hollandsclien en zeeuwschen handel zeer begunstigd heeft, hunne vrije vaart en handel in alle gewesten en havens van zijn koningrijk vergunde. Van dit oude Westenschouwen is het, dat, zoo

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 87