DE TOKEN VAN WESTENSCHOUWEN. oi
als vroeger gezegd is, buiten liet strand der duinen
uog liet overblijfsel eener bestrating met grondslagen
van kuizen en welputten gezien wordt.
De ondergang dezer plaats kon, volgens opgave van
lleigersbergli, omstreeks liet einde der 15de eeuw
ten jare 1497 of daaromtrent gesteld wordenals
wanneer de haven, ten gevolge van de verandering
der stroomen verzand en handel en vertier geweken
zijnde (4) de oude plaats zal verlaten, en hooger op
in het laud andere woningen zullen gebouwd zijn.
Wanneer men dit alzoo aanneemt, komt het waar
schijnlijk voor, dat reeds eenigen tijd te voren de
kerk en toren, welügt wegens het dreigende gevaar
van overstrooming, verder landwaarts in gesticht zijn
en toen dit gevaar onvermijdelijk wasen de plaats
waar het oude Westenschouwen stond moest bui-
tengedijkt worden, de ingezetenen nieuwe huizen ge
sticht hebben, die aan de laatst gestichte kerk en
toren aansloten.
Immers Reigersbcrgh verhaaltdat eene dreef
van boomenaan beide zijden van de straat tot aan
de kerk toemet vele schoone huizen bezet was
waarin de fraaiste kelders waren, als ware het ecue
stad geweest, maar voegt er bij, dat er ten zijnen
tijde naauwelijks tien huizen meer van over waren.
Men moet zich dus de zaakmijns inziensaldus
voorstellen, dat toen het oude Westenschouwen, door
het aandringen der zeewier geweld op dit punt zeer
hevig geweest isniet meer te behouden wasde
plaats waar het vlek stond is buiten gedijkten ach-