38 DE TOKEN VAN WESTENSCHOWEN. terwaarts een dijk is gelegdwaar achter nieuwe hui zen zijn gesticht, en toen de met boomen beplante straat ontstaan isdieals voren gezegd isvan de kerk af regtstandig doorliep en door Reigers bergh beschreven is. Waarschijnlijk is er aan de buitenzijde van dien dijk nog eene nieuwe haven daargesteld en de vaart nog eenigen tijd voortgezet; doch vermits niet verre van daar de duinen aanvingen, die het eiland Schouwen tegen de woede der Noordzee beschutten, zal het duinzand weldra ook deze haven verzand hebben en de vaart zijn te niet gegaan, zoodat vele bewoners, bij gebreke van bestaansmiddelen en vertier, naar elders zullen geweken zijn, en de huizen langzamerhand af gebroken. Dit was dan ook de reden, dat ten jare 1548 tij dens Reigers bergh zijne kronijk geschreven heeft het getal dier huizen reeds tot tien verminderd was; doch de kerk en toren schijnen toen nog in vrij goeden staat geweest te zijn. Sints dien is echter de kerk afgebroken en bleef de toren, van zijne spits beroofd, in vervallen staat als een gedenkstuk der oudheid overzoo als hij hierne vens is afgebeeldterwijl er nog drie of vier woningen in de nabijheid liggen. Van de straat waarvan Rei gers bergh gewag maakt, is geen spoor meer overig en ter plaatse waar de vroeger gemelde dijk is aan gelegd, hebben zich vrij hooge duinen opgeworpen, die in den loop der tijden gemelden dijk geheel over- zand hebben 5),

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 89