DE ZUIDKKAAIJEKT. 47 gelsche schepen zoo menig schot gedaan had. Maar hij ging, zoodra hij aan wal was, langs den zeedijk, naar de daar liggende batterij no. 1bezet met 10 stuk ken gesehut, stampvoetende ondertusschen van kwaad heid dat zijne reuzenkrachten door een zoo smal wa tertje gestuit waren. Na deze batterij in oogenschouw genomen te heb ben, begaf hij zich naar de daarbij liggende hofstede, bewoond door Nicolaas Willemse Honderd; op, welke plaats zich inmiddels de keizerin en zijn ge volg begeven hadden, met last om voor zijn ontbijt te zorgen. Het benoodigde hiertoe moest van elders komendoch was er ongelukkig nog niet. Dit bragt zoo als men ligt bevroeden kanalles in rep en roer men zond boden her- en derwaartsom te zien of het ontbijt nog niet in aantogt ware; wel wetende, dat, als alles niet in orde washet er duchtig op zoude zitten. Intusschen kwam Napoleon mede op de hof stede. Het eerstezoo als men wel vermoed hadwaar hij binnentredende naar vroeg was of het ontbijt ge reed was. Na hierop een ontkennend antwoord ont vangen te hebben, zeide hij op eene zeer gramstorige toon tout est en ordre et mon dejeuné n'y est pas." Men begrijpt ligt, dat de gebieder van genoegzaam half Europa, op wiens wenken alles moest bukkenniet bleef wachten. Hij gelastte dat er dadelijkeijerenmoestengekookt, boterhammen gesneden en koffij gezet worden en ge bood, nu het eten toch maar op zijn boersch was, dat hij ook in dier voege bediend zoude worden, en wel

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1854 | | pagina 98