76
LEVENSSCHETS VAN
waarachtig, vrijmoedig vriend voor hem betoonde.
Niet lang daarna, den 5 April 1784, werd hij te
Amsterdam, naar de toenmalige kerkorde na pré
paratoir examen (13), onder het getal Proponenten
aangenomen. Eene maand vroeger had hij Utrecht
verlaten, er zijnen vriend Bellamy achterlatende,
die omstreeks dezen tijd aan uytteni-iooven den
brief schreef, waarvan een fragment door dezen
is medegedeeld in zijn schrijven over Bellamy,
aant. 6 aangehaald. Bellamy noemt dat Propo
nent worden een komen tot de zonen der profe
ten weer een meer volkomen trek aan het silhouet
van het geluk zijns vriends" hij had vroeger
het hoogste geluk op aarde eene silhouette ge
noemd van het wezenlijk geluk, waarvoor wij
vatbaar zijn."
In een der brieven van ockekse, niet lang
daarna geschreven, noodigt hij uyttenpiooven
om op nabij Baarn gelegen Soest op het beroep
te komen prediken. Of deze dit niet gedaan
hebbe dan of de proeve vruchteloos genomen
zij, kan ik niet zeggen. Maar den 22 Julij 1785